De Baltische Staten: Estland, Letland en Litouwen
Vanuit Helsinki maken we de overtocht naar Tallin, de hoofdstad van Estland. We gaan hiervoor op de bonnefooi naar de maatschappij Viking Line, maar helaas hebben zij pas de volgende dag een plaatsje vrij op één van hun schepen. Op advies van de vriendelijke baliemedewerkster, proberen we ons geluk bij een andere maatschappij, Tallink. We rijden daarvoor naar een andere haven in Helsinki en we hebben inderdaad geluk, we kunnen mee op een boot die er maar twee uur over doet i.p.v. de gebruikelijke drie en een half uur en hij vertrekt binnen een uur. We moeten ons haasten voor het inchecken op de boot en dat valt niet mee. Er zijn nogal wat wegwerkzaamheden bij deze haven en om van de terminal naar de boot te komen, moeten we een stuk omrijden. We zijn nog net op tijd om het schip in te rijden en nog voordat we uitgestapt zijn, gaat het laadruim dicht en varen we weg. Het is niet druk op de boot.
Deze boot is groter dan die we in Noorwegen tijdens de drie uur durende overtocht naar de Lofoten hadden. Ik kan deze overtocht dan ook beter verdragen, maar een lolletje wordt het nooit. We komen in het begin van de avond in Tallin aan. Je bent meteen in een andere wereld. Alles gaat hier direct wat chaotischer dan wat we de laatste weken hebben meegemaakt in Scandinavië. We rijden vanaf de haven naar de Tallin City Camping, zodat we de volgende dag de stad kunnen gaan bekijken. De camping blijkt niet meer dan een veredelde parkeerplaats te zijn tussen flatgebouwen en bedrijfshallen, met daarbij een klein strookje gras voor de tentkampeerders. Niet echt een hele leuke entourage dus, maar bij gebrek aan andere opties, besluiten we hier toch maar te blijven overnachten.
Voor een stadbezichtiging geeft een bewaakte parkeerplaats sowieso de voorkeur en bovendien kunnen we hier voor vertrek weer water bijvullen en vuil water lozen. Iets wat in de Baltische Staten toch al niet gemakkelijk schijnt te zijn.
De volgende dag wandelen we naar de oude stad. Het is zo'n vier kilometer lopen en we pakken op de route meteen een mooi park en kasteel mee dat Peter de Grote lang geleden als een zomerverblijf voor zijn vrouw heeft laten bouwen.
Je ziet er veel mensen wandelen in de schaduw van de hoge bomen van het park en er heerst een rustgevende sfeer. Het is vandaag weer warm, zo'n 27 graden, dus we doen het rustig aan. De bankjes nodigen dan ook zeer uit voor regelmatige pauzes. Verderop komen we door een wat drukker stadgedeelte en uiteindelijk bereiken we de oude binnenstad. Een deel van de middeleeuwse wal staat nog overeind en er heerst een heerlijk sfeertje. Veel restaurants bevorderen de middeleeuwse sfeer door de klederdracht van de bediening hierop aan te passen.
We bekijken veel oude gebouwen, diverse soorten kerken en kathedralen en lopen na het avondeten via de kust weer terug richting de camping. Daar liggen veel mensen te zonnen of nemen een verkoelende duik in het water. Voor mij het uitgelezen moment om al pootje badend het laatste stukje naar de camping af te leggen en toch ook wat verkoeling te zoeken.
Vanaf Tallin rijden we in oostelijke richting. We bekijken de hoogste waterval van Estland. Deze is 8 meter hoog, iets wat voor ons na een bezoek aan Noorwegen natuurlijk niet zo heel indrukwekkend is, maar toch altijd leuk om te bezichtigen. Het water is er van een vreemde kleur, namelijk thee-kleurig. In de winter schijnt het hier nog mooier te zijn als de waterval breder en bevroren is, maar ook nu was het toch een bezoekje waard. We rijden door naar het Laheema Rahvus natuurpark. Dit is een gebied met vriendelijk bossen, lijkt een beetje op de Finse bossen, maar hier zie je wel meer oude dorpjes. De één wat toeristisch, de ander geheel niet. Veel van de huisjes hebben hier vergaande gele of groene kleuren of hebben gewoon de vergrijsde kleur van het hout.
Veel onderhoud wordt er niet gedaan, waarschijnlijk is het geld er daar niet voor. We maken een wandeling over het Oandu leerpad, een 5 km lang pad over houten balken door een echt oerbos. Op diverse plekken staan bordjes met informatie over het bos. De bomen zijn er enorm hoog en ook de omgevallen bomen met hun reusachtige wortels zijn indrukwekkend.
Het is nog altijd warm, maar door de schaduw en zo nu en dan een briesje is het goed uit te houden. We eindigen de dag bij het landgoed Sagadi. Enkele van deze voormalige Duitse landgoederen hebben de Sovjettijd overleeft en zijn vaak gerestaureerd waarbij er een museum in gevestigd is. Dat is ook hier het geval. Het is al laat en het gebouw is gesloten, maar het geheel is zeker de moeite waard om met een bezoekje te vereren. We wandelen door het park terug naar de camper en besluiten op deze rustieke plek te overnachten.
De volgende dag rijden we naar een ander landgoed, landgoed Palmse. Het landhuis ziet er wel mooi, maar erg klein uit. Menno heeft geen zin in een bezichtiging van binnen (het is tenslotte niet het eerste gebouw waarvan we een dergelijk interieur in ons leven hebben gezien) en we rijden in zuidelijke richting langs het Peipsi Järv, één van de grootste meren van Europa dat zelfs deels in Rusland ligt. We buigen iets af en komen aan bij het kasteel van Alatskivi. Het is al laat en het gebouw is gesloten. We hadden vandaag eindelijk weer eens een dag met regen en dus verkoeling, het was zo'n 18-20 graden. We overnachten op de parkeerplaats en gaan de volgende dag het kasteel van binnen bekijken.
De temperatuur is helaas weer terug op het oude niveau, zo'n 32 graden. De restauratie van het kasteel is in volle gang en de meeste kamers zijn dan ook nog helemaal niet ingericht. De wanden zijn vaak al wel bekleed, maar meubilair ontbreekt, op een enkele mooie oude schouw of oven na. Ook wel eens leuk om deze fase van een restauratie te zien i.p.v. iets dat kant en klaar is. Wat ons opviel is dat deze restauratie toch wel wat meer op commercie dan op historie is gericht. Vele deuren zijn bijvoorbeeld gemaakt in een dusdanige bouwmarkt-kwaliteit die uiteraard in het geheel niet overeen komt met wat het vroeger geweest moet zijn. De historische sfeer wordt hier dan wel mee gecreëerd, maar voor wie wat verder kijkt is het wow-gevoel dan wel snel verdwenen. Desalniettemin is het toch een bijzonder gebouw, dit sprookjesachtige kasteel.
We rijden nog wat zuidelijker en passeren de grens naar Letland. We overnachten bij het Aluksne meer, waar menig gezin 's avonds nog even verkoeling zoekt in het water. Van hieruit rijden we in westelijke richting. We gaan naar de hoofdstad van Letland, het bekende Riga. We komen door het Gauja Nationalpark en maken nog een wandeling bij ‘Zvartes Iezes' waar je een leuk uitzichtje hebt over de rode gesteenten.
We wachten hiermee tot het wat later is, zodat we bij een temperatuur van 25 graden de wandeling kunnen maken en niet bij 35 graden, zoals het de hele dag al was. Eenmaal terug in de camper is het binnen nog steeds bloedheet. Ondanks dat het 's nachts wat regent, koelt het in de camper helaas niet verder af dan naar 30 graden. Je kunt je voorstellen dat dit niet echt bevorderlijk is voor onze nachtrust.
De volgende dag bezoeken we Cesis, een middeleeuws stadje, waar zich een grote oude burcht bevindt. Het is een ruïne, waar je met behulp van een kaarsje een verdedigingstoren en zelfs een oude kerker kunt bezichtigen. Dat kaarsje heb je echt nodig, want op sommige stukken zie je echt geen hand voor ogen.
Een bezichtiging op deze wijze is ook zeker een bijzondere ervaring, zo hebben we dat nog niet eerder meegemaakt. Bij het wandelen richting de burcht hadden we al een stukje van de oude stad gezien. Vanwege de hitte besluiten we dat dat ook genoeg is en gaan snel weer terug naar de camper om verder te rijden naar Riga om zo wat rijwindverkoeling te hebben.
Ongeveer een uur later komen we aan op de Riga City Camping, wederom een wat kalere plaats achter een beursgebouw, maar door de vele grasstroken is deze zeker een stuk sfeervoller dan die in Tallin.
Het is bijna etenstijd en omdat we door de hitte geen zin hebben om in de camper te koken, besluiten we deze avond al vast de stad in te gaan. Het is ongeveer een half uurtje lopen, waarbij je al snel een mooi uitzicht op de oude stad hebt zodra je de roestige grote brug over het water passeert.
We eten bij het restaurant ‘Neighburs'. Het is zondag en dat doet ons uiteraard denken aan al die gezellige zondagen dat we thuis ook altijd bij onze buren aten. Wat lijkt dat al weer lang geleden (en dat is het natuurlijk ook, want we zijn ondertussen al weer zo'n bijna twee maanden onderweg). We eindigen die avond op het terras van ‘No Problem' nabij de dom en genieten van het bandje dat die avond speelt. Plotseling begint het enorm te plenzen, werkelijk een hevige stortbui, waarbij direct het hele terras aan een stoelendans onderhevig is. Iedereen probeert een droog plekje onder een parasol te bemachtigen. Wij zitten toevallig al goed en hebben van de stortbui weinig last. Na ongeveer 10 minuten is de plensbui over, maar de sfeer is natuurlijk veranderd. Alles is nat en veel mensen vertrekken. Wij zijn blij met de bui, want hierdoor koelt het i.i.g. weer even af, maar we hopen wel dat we het straks droog houden als we terug naar de camping lopen. Hier hadden we niet op gerekend en een jasje hebben we natuurlijk niet bij ons. Maar het valt mee, we houden het droog en eenmaal terug op de camping blijkt de temperatuur van 35 naar 21 graden te zijn gezakt. We houden 's nachts alle raampjes open om ook de temperatuur in de camper wat te laten dalen.
De volgende dag is het een lekker temperatuurtje. Het is 24 graden, heerlijk! We gaan opnieuw Riga in en beginnen deze dag bij het Occupationsmuseum, waar de historie van de ruim 50 jaar onderdrukking door zowel de Sovjet Unie als Duitsland uiteengezet wordt. Het is zeker een aanrader om dit te bezoeken. We vinden het allemaal heel erg interessant, maar het is binnen erg benauwd en de hoeveelheid informatie is enorm. Ik hou het echter niet uit en we besluiten vroegtijdig te vertrekken om later eventueel weer terug te komen (dat is er echter niet meer van gekomen). De rest van de dag struinen we lekker door de stad, waarbij we langs vele mooie oude (gerestaureerde) gevels en gebouwen komen.
Riga is een heerlijk stad om rond te lopen, het centrum is autovrij en overal heb je wel een bankje of terrasje en later op de dag spelen er vaak bandjes. Na het avondeten eindigen we dan ook weer op het terras van ‘No Problem' waar ze zo'n heerlijk alcoholvrije cocktail hebben vers fruit, echt een aanrader! Deze avond speelt er een heel ander bandje dan gisteren. Dat van gisteren was meer een achtergrond coverbandje, maar deze keer is het een Russische band die gedeeltelijk met alternatieve en gedeeltelijk met moderne elektrische instrumenten op humoristische wijze, vrolijke en energieke Russische muziek maken.
Ze doen dit echt heel erg leuk en ze spelen zelfs een melodie van ‘daar wordt aan de deur geklopt ....' (bij ons een sinterklaasliedje, maar volgens hen een stukje muziek geïnspireerd op een Oostenrijkse melodie, zo zie je maar weer .....) Ik vind het zo leuk, dat ik aan het eind van de avond met twee cd's weer terug bij de camping aan kom. Het koelt 's nachts weer even af tot 17 graden, wat ook voor de nachtrust zeker bevorderlijk is.
Vanaf Riga rijden we via Jürmala, dat zich net buiten Riga aan de kust bevindt, verder in westelijke richting. Jürmala was in de tsarentijd al een geliefd vakantieoord voor de rijken en je ziet daar dan ook grotere huizen langs de wegen als elders. Dit is niet te vergelijken met oorden als Nice of St Tropez bij de Middellandse Zee, maar je proeft er wel wat meer rijkdom dan bij de ‘gewone' plaatsen waar je door heen rijdt. In het Kemeri-natuurgebied parkeren we de camper bij het strand en nemen een pauze aan de zee. Hoewel het er erg mooi uit ziet, is de zee niet bepaald aantrekkelijk om er in te gaan zwemmen. Tot aan het strand zit het vol met algen, je ziet zelfs een hele groene gloed over het water. Geen pootje baden dus. Je ziet niet veel mensen het water in gaan, maar een enkeling durft het toch aan, even later druk zijn zwembroek uitspoelende van al die vuiligheid.
We overnachten die nacht op de picknickparkeerplaats ‘Engures Ezers' waar we 's avonds een wandeling maken naar de vogeluitkijktoren, met uitzicht over het moerasgebied waar tevens wilde paarden en runderen leven. De runderen horen we wel, maar zien we niet, de paarden daarentegen komen zowat over ons pad. Een echte wilde indruk maken ze niet. We denken dat ze ook bijgevoerd worden, want mensenschuw zijn ze al helemaal niet. Toch leuk om te zien. Voordat we teruggaan naar de camper, genieten we van het uitzicht op de ondergaande zon vanaf de uitkijktoren.
Tot nu toe heb ik steeds gedeeltes van onze route uit de Womo-reisgids voor de Baltische Staten gehaald. Het duurt Menno echter allemaal te lang en hij wil wat vaart maken. We vervolgen dan ook niet meer de route langs de kust, maar steken Letland als het ware dwars over in zuidelijke richting. Onderweg zien we veel ooievaars, zoals overal in de Baltische Staten, vaak op één van de enorme nesten op hoge palen, maar ook regelmatig in de weilanden op zoek naar voedsel. Meestal een stuk of twee of drie, maar soms ook hele groepen.
Uiteindelijk komen we onder in Letland aan bij het grote kasteel Pilsrundale. Het is werkelijk een prachtig kasteel, enorm groot en mooi gerestaureerd. Van de 138 kamers kunnen we er zo'n 40 bezichtigen, van klein tot heel groot. De gouden zaal is heel erg indrukwekkend, maar de witte zaal vind ik het meest bijzonder. Het betreft hier de voormalige balzaal, waarbij het belangrijk was dat de danskostuums van de dames de aandacht trokken en niet de zaal. Maar de details van de ornamenten, die nergens identiek zijn, maar toch een eenheid en symmetrie weergeven, maken de zaal heel bijzonder.
Zoals gebruikelijk heeft een kasteel ook een park. In tegenstelling tot de verwachtingen, viel dit park ons nogal tegen. Velen delen waren niet ingepland met bloemen en hadden dus kale borders. Alleen het voorste gedeelte, de rozentuin, was leuk om te zien maar niet zeer indrukwekkend.
We reizen verder en passeren al snel de grens naar Litouwen. Onderweg begint het ineens enorm te plenzen. We zijn dankbaar voor de afkoeling, ook al is hij maar tijdelijk. De volgende dag is het namelijk al weer 35 graden, net zoals de dag ervoor. We bezoeken een bizon-centrum waar ze deze dieren fokken en weer terug in het wild zetten, althans terug in een 50 hectare groot grondstuk, waar de dieren net als lang geleden in kuddevorm kunnen leven.
Een vriendelijke opzichter toont ons een paar bizons die op een afgesloten stuk weiland staan, de ‘wilde' bizons zou je vanaf het bezoekersplatform kunnen zien, maar op dit moment zijn ze in geen velden of wegen te bekennen. De opzichter (die geen Engels of Duits spreekt) legt ons met handen en voeten uit dat er twee stieren zijn en meerdere vrouwtjes, elk verdeeld over 25 hectare grond, anders wordt het vechten tussen de stieren.
Van hier uit rijden we door naar het Centrum van Europa. Je zou het misschien niet verwachten, maar in Litouwen, niet ver van Vilnius, bevindt zich het midden van Europa. We blijven op de parkeerplaats staan om te overnachten. Het is vandaag weer 35 graden en we staan er pal in de zon. Nergens is er schaduw en er is geen wolkje in de lucht. Afkoeling hoeven we niet te verwachten, zelfs 's nachts blijft het bloedheet. We slapen slecht, mede door de auto's die 's nachts blijkbaar de behoefte hebben om daar even op de parkeerplaats te verblijven, met een kleedje o.i.d. in het gras te zitten en later weer te vertrekken. Vroeg in de morgen (rond 5:00 uur) komt er ook nog iemand een rubber bootje opblazen om in het meertje verderop te gaan vissen.
In de ochtend rijden we door naar Vilnius, de hoofdstad van Litouwen. Onderweg komen we weer de vele kamikaze piloten tegen, zoals we al eerder in de Baltische Staten hebben meegemaakt. Het verkeer is hier echt heel ongeduldig. Men haalt te pas en te onpas in, ook al is het een onoverzichtelijke situatie. Op de ‘grotere' wegen, waar zich twee banen bevinden (voor elke richting één), halen ze in terwijl jij daar als tegenligger aan komt rijden. De bedoeling is dan ook echt dat jij dan in de (gelukkig meestal nog wel verharde) berm moet gaan rijden, zodat er dus drie auto's naast elkaar passen. En dan moet je nog oppassen ook, want op die berm rijden fietsers of lopen voetgangers. Het is jammer dat veel bestuurders er gewoon op anticiperen en op voorhand al die berm in gaan om anderen te ruimte te geven om in te halen, waar het eigenlijk niet kan. Misschien dat het hier vroeger, toen er nog geen strepen op de weg stonden, heel gewoon was, maar het zijn natuurlijk geen veilige situaties. Verder zijn veel wegen hier slecht onderhouden. Het asfalt wordt gelapt waar het kan, de ene reparatie over de andere en de wegen zijn dan ook soms ware lapjeskatten.
Verder zijn de wegen hobbelig, iets wat voor onze camper niet echt bevorderlijk is. Ik hou mijn hart vast als we weer over zo'n vaak niet van te voren te bespeuren hobbel of door een kuil rijden, en hoop dan maar dat de camper niet begint te stuiteren waarbij de voorwielen van de grond kunnen komen. Dit is ons echter wel een paar keer overkomen. Als daarbij dan ook nog de achterkant van de camper de grond zou raken, dan zou het chassis kunnen verbuigen met alle vervelende gevolgen van dien. Natuurlijk pas je je snelheid op deze wegen aan (we rijden dan 50 tot 60 km/uur op een weg waar je 90 mag rijden), maar je ziet het van te voren vaak gewoon niet als de weg weer zo gaat deinen. En dan heb je nog de niet-geasfalteerde wegen. Deze zie je nog veel in de minder bevolkte gebieden. Het zijn stoffige paden van zand en stenen, die met een soort rupsbanden o.i.d. zijn aangereden. Door de hierdoor ontstane ribbels, kun je vaak niet harder dan 20 of 30 km/uur rijden en dan nog wordt je helemaal gemilkshaked.
Eenmaal in Vilnius aangekomen willen we daar net zoals in Tallin en Riga op de stadscamping gaan staan, maar bij het bereiken van deze camping, zakt de moed me in de schoenen. Zoals we al wel dachten is dit ook een parkeerplaats, maar deze is werkelijk nog erger dan die in Tallin. Er is hier helemaal geen gras te bekennen. Het is echt een parkeerplaats, afgezet met hekken eromheen, een keet als receptiegebouw en nergens schaduw.
Het is er bloedheet op het asfalt en als we horen dat er alleen maar internet in de ‘receptiekeet' is op een vaste pc tegen hoge vergoeding, hebben we al snel besloten. Hier gaan we niet staan! We rijden door naar een camping, zo'n 40 km onder Vilnius, camping De Harmonie in Rudiskes, gerund door een Nederlander die hier al bijna 20 jaar zit. Het is een mooie camping te midden van bomen en gras, speels opgezet en het is er heerlijk rustig. We plaatsen de camper in de schaduw van wat bomen en het voelt echt even als bijkomen. Nog altijd is het heet, nog steeds 35 graden, maar dit geeft een klein beetje verlichting. Helaas is er geen wifi, maar de behulpzame eigenaar laat ons zijn internet gebruiken, waardoor we toch dit reisverslag kunnen bijwerken.
Omdat het ook de volgende dag nog steeds 35 graden is, besluiten we een dagje rust te houden. De camper staat hier gedeeltelijk in de schaduw en ondanks dat het natuurlijk nog steeds heel erg warm is, zijn we tevreden met onze keuze. Morgen willen we de hitte weer trotseren en alsnog Vilnius opzoeken om de oude binnenstad te zien. Daarna reizen we door naar Polen, waar op dit moment Menno zijn ouders zich bevinden en die we volgend weekend op gaan zoeken.
Reacties
Reacties
Hoi Menno en Natalia.
Ook dit deel van jullie reis lijkt me weer een bijzonder en onvergetelijk deel (ondanks de hitte). Erg leuk om jullie verslagen te lezen en zo een beetje meegenieten van wat jullie meemaken en zien.
Groetjes van alle Bruintjes
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}